Opdrachten

1. Bacteriën, en Schimmels.

2. Omdat dit levende organismen zijn die je niet met het blote oog kunt zien.

3. Hooi, kuil, maïs, en krachtvoer.

4. 80kg.

5. Pens, netmaag, de boekmaag en de lebmaag.

6. Dat zijn blaasjes die gevuld zijn met vocht.

7. Een kolonie.

8. Plantencel.

9. Dierlijke cel.

10. Bacterie.

11. Gist is ook een micro organisme net zoals bacteriën en schimmels

12. Bacteriën en schimmels, zoals gistcellen.

13. Paddenstoel.

14. Het grove vuil wordt er het eerst uit gehaald / gezeefd.

15. Daar komt het water terecht als het grove vuil er uit is gehaald.

16. Etensresten en afwasmiddelen.

17. Zuurstof en ijzerchloride.

18. Zelfreinigend.

19. Reducenten.

20. Legionella, Cholera, Pest, Tyfus, Salmonella vergiftiging.

21. Je witte bloedcellen komen dan in actie.

22. Antibiotica

23. JA / Nee. Het is wat genetisch materiaal met daaromheen een eiwitmantel.

24. Het “kaapt” een cel in je lichaam.

Het neemt de controle over die cel over en geeft opdrachten om weer nieuwe virussen te maken.

25. Koortslip, HIV, Waterpokken en verkoudheid.

26. Ze verkleuren, schimmels verschijnen en uiteindelijk gaan de perziken rotten.

27. Banaan, paprika, aardappel en sinaasappel

28. Maden.